06 15 45 07 98 whatsapp info@wandaspaak.nl

Tijdens de ontwikkeling van een kind leert hij praten. De leeftijd waarop hij zijn eerste woordjes zegt verschilt natuurlijk per kind. Maar meestal zegt een kind rond zijn eerste jaar zijn eerste woordjes. En vanaf dat moment leert je kind elke dag nieuwe woordjes.


Een kind begint met brabbelen


Een kind begint met het maken van klanken. Dit wordt ook wel brabbelen genoemd. Eén van de symptomen van TOS is dat een kind niet of nauwelijks brabbelt. Nu zal dit voor veel kinderen met TOS inderdaad gelden, maar niet voor iedereen. Lucca brabbelde er op los. Hij ging de hele dag door, maar er kwamen geen woordjes uit. En ook Twan brabbelt behoorlijk.

 

Brabbelen gaat over in woordjes


De volgende stap in de spraakontwikkeling is het zeggen van verstaanbare woordjes. Vaak beginnen kinderen met papa en mama. Maar wat nu als er geen woordjes komen? Of als er wel woordjes komen, maar deze niet verstaanbaar zijn? Moet je je dan direct zorgen maken? Nee hoor, ik wil je absoluut niet direct angstig maken. Maar hou het wel goed in de gaten. Als jij als ouder het idee hebt dat het niet goed zit, trek dan wel aan de bel. Laat je niet te makkelijk afschepen met de opmerkingen dat het wel komt. Bij genoeg kinderen komt het inderdaad uiteindelijk vanzelf, maar niet bij iedereen.

Bij zowel Lucca als Twan viel het mij op dat de spraakontwikkeling niet echt op gang kwam. Ik maakte me nog niet direct zorgen, maar heb wel advies gevraagd aan de logopediste. Samen hebben we gekeken naar wat er te zien is bij de spraakontwikkeling en wat ik eventueel zelf nog zou kunnen doen om deze te stimuleren. In beide gevallen is besloten om te starten met logopedie.

Een logopediste kan het beste samen met jou bekijken of er actie nodig is met betrekking tot de spraak/taalontwikkeling van jouw kind. 

Een talige omgeving


Uiteraard is een van de voorwaarden om te leren praten het hebben van een talige omgeving. Mensen die tegen je praten, liedjes zingen, voorlezen en noem maar op. Maar als je door het ontbreken van een talige omgeving niet leert praten is er nog geen sprake van TOS, dan is er sprake van een taalachterstand.

 

Alternatieven in de communicatie


Lukt het je kind niet om te praten en/of heeft hij problemen met het begrijpen van taal? Dan kun je je kind helpen door het inzetten van alternatieve communicatiemiddelen. Dit kan een hele hoop frustratie wegnemen, waardoor er bij het kind ook weer ruimte ontstaat om zich bezig te houden met datgene wat hij moeilijk vind, namelijk praten.

Wij hebben de volgende vormen van communicatie ingezet om Lucca te helpen:
– We zijn begonnen met het gebruiken van gebarentaal. Niet omdat Lucca ons niet begreep, maar vooral om hem de gebaren te leren. Zo kon hij de gebaren gebruiken op het moment dat hij zelf de woorden niet kon vinden of kon uitspreken. Hier heeft Lucca heel veel baat bij gehad.
– Daarnaast zijn we vrij snel begonnen met het inzichtelijk maken van de dag door het gebruik van pictogrammen. Na een lange zoektocht op internet naar Pictogrammen die hem aanspraken, kwamen we uit bij de picto’s van Mijn Dagritme Pictogrammen. Het was voor Lucca niet nodig om de hele dag te plannen. We hebben in grote lijnen de dag uitgezet. Daarnaast staat er per dag op het bord hoe vaak hij naar school moet, of er logopedie is, of er ambulante begeleiding is op school en andere bijzonderheden. Lucca heeft hier veel baat bij. Het geeft hem rust om te weten wat de dag hem brengt. 

Twan is nu net twee en daar gebruiken we de volgende vormen van communicatie:
– Al van kleins af aan ondersteunen we onze gesproken taal met gebaren. Sinds enkele maanden begint Twan wat gebaren over te nemen waardoor hij meer duidelijk kan maken.
– Ook bij Twan zijn we begonnen met het gebruiken van pictogrammen. We gebruiken nu de pictogrammen van Jongbrein.

Wanneer trek je aan de bel?

Doorgaans zegt je kind met 18 maanden enkele woordjes, Rond de 2 jaar worden het twee-woordzinnen (ik eten, papa bal, etc) en dit breidt zich verder uit. Je hoeft in het begin zeker nog niet alles te verstaan wat je kindje verteld. Natuurlijk ontwikkeld elk kind zich op zijn eigen tempo en is het ene kind nu eenmaal sneller met praten dan het andere kind. 
Zodra je merkt dat deze mijlpalen niet gehaald worden en jij je zorgen maakt om de spraak/taalontwikkeling van je kind is het tijd om aan de bel te trekken. Ben je te vroeg? Dan wordt je gerustgesteld. Is er daadwerkelijk reden om je zorgen te maken, dan ben je er op tijd bij en kunnen er stappen ondernomen worden zoals het starten van logopedie. 

De meningen van anderen

Wat het zo moeilijk maakt om aan de bel te trekken (en eigenlijk wat het hele moederschap een uitdaging is), is de mening van anderen. Op het moment dat jij het gevoel hebt dat je kind achterloopt met praten, zul je veel om je heen horen: ach maak je geen zorgen komt wel goed. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Hij is nu eenmaal wat langzamer, maar motorisch gaat toch alles goed, je kunt niet alles tegelijk ontwikkelen. Hij gaat vanzelf praten als hij erachter komt dat dit nodig is. 
En hoe moeilijk het ook is, probeer deze naast je neer te leggen. Want uiteraard ontwikkelt elk kind zich op zijn manier, maar het  komt niet altijd vanzelf. 
Ik heb deze reacties ook vaak genoeg gehoord. Zelfs toen er al duidelijk was dat er bij Lucca sprake was van een vermoeden van TOS en hij op de vroegbehandeling zat, waren er nog mensen die dachten dat het wel gewoon zou komen en er geen extra begeleiding nodig was. 
Nu bij Twan krijg ik deze reacties ook bijna dagelijks te horen. En dat maakt me soms echt wel aan het twijfelen of we niet te snel actie ondernemen. Maar als ik dan zie hoe hij gefrustreerd raakt als hij iets wil vertellen wat niet lukt, weet ik weer waar ik het voor doe.